Utrecht, Utrecht die mooie bisschopsstad…’ Terwijl het buiten regent en de straten grauw en koud aandoen, lijkt het alsof binnen in café Le Journal het zonnetje schijnt, als Marthe me met haar stralende glimlach tegemoet komt. “Ben je zenuwachtig voor interviews?” vraag ik. “Ach nee, ik maak me nooit zo druk!” De serveerster tikt zachtjes tegen de zijkant van mijn stoel en voordat ik me om kan draaien roept Marthe: “Oeh, wijn!”
Wat is het toch fijn om afroeier te zijn, II (Oeh, wijn!)
Advertisements